Ook arbeidsontwikkelbedrijf Scalabor uit Arnhem werd hard getroffen door de coronamaatregelen, maar directeur Marcel Hielkema blijft niet bij de pakken neer zitten. Hij ging op zoek naar nieuwe manieren om zijn medewerkers aan het werk te houden èn maatschappelijke waarde toe te voegen. Vanaf volgende week produceert Scalabor daarom chirurgische mondmaskers.

Een tweedelig interview over ondernemerschap en inclusiviteit en de toekomst van de sociale werkbedrijven.

Deel 1 vindt u hier

Deel 2: Ondernemerschap en inclusiviteit
“De crisis is erg, maar dwingt ons net als alle ondernemers om creatief te zijn,” stelt Hielkema. Aan de opdrachtkant kreeg Scalabor tegenvallers te verwerken. De horecabedrijven, van oudsher belangrijke klanten, haakten natuurlijk tijdelijk af. En ook montagewerk voor bedrijven die afhankelijk zijn van leveringen uit China is opgedroogd.

“Dat is op zich van alle tijden. Soms vallen er klussen af en dan is het aan ons om nieuwe opdrachtgevers te vinden. Daar zijn we sowieso druk mee bezig en er zijn ook nog genoeg sectoren waar ze behoefte hebben aan mensen.”

Volgens Hielkema gaat het werk in het groen en de schoonmaak gewoon door. Door het schoonmaken van scholen en zorginstellingen en door het onderhouden van alle bossen en parken in de regio hebben we echt kunnen bijdragen in deze bijzondere tijden. Daarnaast is er een grote behoefte aan chauffeurs die medewerkers van bedrijven in kleinere groepen kunnen vervoeren. Binnen sectoren als de zorg, de logistiek en de landbouw ziet hij ook geschikte opdrachtgevers voor arbeidsontwikkelbedrijven als Scalabor. “De vraag op dit moment zou eerder nog zijn of we genoeg menskracht op kunnen brengen om de vacatures aldaar te vervullen.”

Grote groep, kleine afstand
In de nabije toekomst verwacht de directeur van Scalabor een wat ander beeld. Voor gemeenten in Arnhem en omgeving helpt Scalabor mensen naar werk. “De afgelopen jaren waren er veel vacatures en richtten we ons op een kleine groep mensen met een grote afstand op de arbeidsmarkt. Ik verwacht nu dat gemeenten geconfronteerd gaan worden met een grotere groep werkzoekenden, maar wel met een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt. Daar staan waarschijnlijk minder vacatures tegenover. Dat vraagt voor ons als ontwikkelbedrijf dat we kortere, intensievere trajecten rondom arbeidsoriëntatie of omscholing moeten gaan aanbieden.”

Hielkema constateert dat het jongeren waren die als eersten aanklopten bij de afdelingen Werk&Inkomen van de gemeente. “Daarom zijn we nu aan het kijken of we onze programma’s aan kunnen passen aan de behoeftes van deze groep. Het is een dynamische tijd. We moeten inspringen op de ontwikkelingen. Dat doen we door hard te werken en ondernemerschap te combineren met een inclusiviteit. We moeten door!”