De banenafspraak en het voorstel om SW-bedrijven nieuw leven in te blazen en om te vormen naar een landelijk dekkend netwerk van Sociaal Ontwikkelbedrijven, kunnen prima samengaan. Volgens de eerste ondertekenaar, SP-kamerlid Jasper van Dijk, is het absoluut niet de bedoeling het meerjarige project in te leveren om in plaats daarvan het nieuwe initiatief op te tuigen.

De uitvoering van de banenafspraak kan dus ook onder het nieuwe kabinet onverkort doorgaan. Dat bevestigt de parlementariër nu al meer dan 60.000 van de 125.000 banen zijn gerealiseerd: ‘Ieder die met een arbeidsbeperking aan het werk wordt geholpen juich ik toe. Wat voor soort banen het ook zijn en welke uitkomsten er ook liggen. Het is geweldig dat in het bedrijfsleven danwel bij de overheid mensen aan het werk worden geholpen met een arbeidsbeperking. Het is een stuk beter dat mensen aan de slag zijn dan dat ze thuis op de bank zitten en worden buitengesloten.’

Kamerlid Jasper van Dijk vervolgt: ‘Ons doel om een landelijk netwerk van sociale werkbedrijven te creëren en het recht op begeleiding naar werk vast te leggen, gaat prima samen met de banenafspraak waarin staat opgeschreven dat mensen met een arbeidsbeperking aan werk geholpen moeten worden. Wij zien dat als complementair, elkaar versterkend.’

Bredere groep

Jasper van Dijk

Bovendien richt de Initiatiefnota zich op een veel bredere groep, namelijk ook op mensen die in de bijstand zitten en een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, bevestigt Van Dijk: ‘De banenafspraak richt zich op mensen met een arbeidsbeperking. Onze nota gaat verder. Uiteindelijk willen we toe naar een model van sociaal ontwikkelbedrijven waarin iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt geholpen kan worden. Dat moet het grotere maatschappelijke doel zijn: dat mensen die buiten de maatschappij staan, die geen werk hebben om wat voor reden dan ook, terecht kunnen bij zo’n sociaal ontwikkelbedrijf. Zo zie ik de ideale samenleving voor me.’

Tweede ondertekenaar René Peters van het CDA was niet bereikbaar voor commentaar.

Tekst: Klaas Salverda