Er bestaat geen leuker werk dan de arbeidsmarkt. Dan werken om anderen aan het werk te krijgen of aan het werk te hebben. Ook op het vlak van de banenafspraak.

‘Kies ervoor!’ Dat was de raad, die Aart van der Gaag, boegbeeld voor het bedrijfsleven en inspirator Banenafspraak voor de overheid, meegaf aan een groep trainees bij gemeenten. Zij waren te gast bij het Team Sociaal Domein van de VNG en oriënteerden zich op wat gemeenten voor mensen met een arbeidsbeperking kunnen betekenen.

Van der Gaag begon zijn betoog met een terugblik. Hij beschreef het arbeidsbureau van vroeger, de afdeling uitkeringen bij de gemeente, de sociale werkvoorziening en de afbouw van SW-bedrijven. Maar ook de afspraak tussen sociale partners en het wantrouwen onder gemeentebestuurders toen zij pas na het bedrijfsleven nog bij de banenafspraak werden betrokken.

Zelf ook werkgever
Maar de taak ligt er en de handschoen is opgenomen. In de uitvoering van de Participatiewet kregen gemeenten geld voor – en een rol van betekenis bij – het ondersteunen en plaatsen van mensen. Eén van de doelgroepen zijn mensen die onder de banenafspraak vallen. Daarbij zijn gemeenten zelf ook werkgever. Onder alle overheden bekeken haalde de sector gemeenten vorig jaar ruimschoots de doelstellingen.

Van der Gaag hield de jonge ambtenaren voor in hun werk gretig van elkaar te willen leren. Vanuit het bedrijfsleven gezien was hij hogelijk verbaasd over het enorme aantal beleidsplannen dat gemeenten allemaal zelf gingen schrijven. Hij heeft letterlijk een keer aan een beleidsmedewerker gevraagd om ‘die pen alsjeblieft neer te leggen’ en in plaats daarvan een klant te helpen om (weer) op de arbeidsmarkt te beginnen. ‘Waarom zetten jullie zo hoog in op beleid en steken jullie zo weinig energie in de uitvoering?’, vroeg Van der Gaag zich hardop af.

Tegelijk begrijpt hij dat de sociale dienst en het arbeidsbureau van vroeger twee aparte werelden waren. Als de gemeente aan intake deed, was het een intake voor een uitkering. Met bedrijven was zo mogelijk nog minder contact.

Durf op te staan
Zijn boodschap aan jonge ambtenaren: ‘Het gaat erom dat er mensen durven op te staan en creatief met uitdagingen weten om te gaan.’ In dat opzicht is – mits niet te vaak – zelfs een bezuiniging een uitdaging. Opvallend is dat het in het bedrijfsleven een relatief klein aantal bedrijven is dat de banenafspraak tot een succes maakt. De overeenkomst zou kunnen zijn, aldus Van der Gaag, dat de trekkers uit mensen bestaat die intrinsiek gemotiveerd zijn. Met drijfveren als ‘het zal je kind maar wezen’, of dat anderen het zien dat je maatschappelijk verantwoord onderneemt en zelfs omdat mensen met een beperking voor bepaalde taken uitstekend geschikt zijn. Maar is altijd iemand die beslist en die zich eigenaar voelt van het probleem; of noem het de uitdaging die voorligt.

Nu de werkloosheid de komende jaren mogelijk hard omhoog gaat, kan er gemakkelijk frictie ontstaan tussen diverse groepen mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Van der Gaag haalt dan toch graag oud-staatssecretaris Jetta Klijnsma aan die in het prille begin van de banenafspraak zei: ‘Dit zijn degenen die nooit aan de beurt komen, dus zet ze nu eens vooraan.’

Geen leuker werk dan de arbeidsmarkt!

Tekst: Klaas Salverda