Vanwege de demissionaire status van het kabinet vindt minister Wouter Koolmees (SZW) het niet opportuun om nu nog het wetsvoorstel voor de vereenvoudiging van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten naar de Kamer te sturen. ‘Het volgende kabinet zal een eigen afweging willen maken over een nieuwe vormgeving van de banenafspraak’, schrijft minister Koolmees aan de Tweede en Eerste Kamer.

C: Rijksoverheid

Afgelopen tijd heeft het kabinet gewerkt aan een concept voor een wetsvoorstel voor de vereenvoudiging van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. De planning was gericht op inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wet banenafspraak per 1 januari 2022. Eind vorig jaar bleek dat het wetsvoorstel niet meer in 2020 kon worden aangeboden. Dat kwam, schrijft de minister nu, ‘door de druk op de uitvoeringsorganisaties UWV en Belastingdienst vanwege de coronamaatregelen’. Daarmee is de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022 niet meer haalbaar.

Gevolgen quotumheffing
De vertraging van dit wetstraject heeft wel praktische gevolgen voor de uitvoering van de quotumheffing op grond van de huidige wetgeving. Zo heeft het ministerie UWV en de Belastingdienst gevraagd om de inleenadministratie, die nodig was om de quotumheffing uit te kunnen voeren, niet langer uit te werken. Het gevolg daarvan is dat UWV en de Belastingdienst de heffing niet kunnen uitvoeren per 1 januari 2022.

Belangrijk instrument
In de tussentijd blijft de banenafspraak volgens de minister een ‘belangrijk instrument’ om een inclusieve arbeidsmarkt dichterbij te brengen. Daarom blijft hij in gesprek met de meest betrokken stakeholders, ook over het functioneren van de banenafspraak. Daarbij wordt gekeken naar succesfactoren van de banenafspraak en de ervaringen en de knelpunten die de afgelopen jaren naar voren zijn gekomen.