Scholen in het Praktijkonderwijs (PRO) en Speciaal Voortgezet Onderwijs (SVO) staan aan de vooravond van de landelijke uitrol van een netwerk van regionale coördinatoren. Dat netwerk sluit naadloos aan bij de 35 arbeidsmarktregio’s in Nederland. Hoofddoel is de aansluiting op de arbeidsmarkt van hun groep jongeren met een arbeidsbeperking te verbeteren.

Het Landelijke Expertisecentrum Speciaal Onderwijs (LECSO) en de Sectorraad Praktijkonderwijs hebben de functie van regionale coördinatoren in het leven geroepen om tot een landdekkend netwerk te komen. In de regio Zwolle loopt sinds 1 december 2019 een pilot om de coördinatie op een netwerk tussen onderwijs en arbeidsmarkt voor elkaar te krijgen. Een initiatief van de zestien Praktijkonderwijs (PRO) en Speciaal Voortgezet Onderwijs (VSO) scholen in de arbeidsmarktregio Zwolle.

Pionier
Jojanne Lageveen is aangetrokken als pionier en netwerkcoördinator in Zwolle. Zij is de tweede in Nederland, na Richard Brenkman in arbeidsmarktregio Midden Gelderland. Bij MBO-instellingen, die natuurlijk veel groter zijn, is het vaak al goed geregeld, aldus Lageveen. Die hebben zelfs accountmanagers in dienst. PRO VSO scholen kennen dat soort functies niet. Op het eerste gezicht begrijpelijk omdat de meeste minder groot zijn dan MBO-scholen. Maar feitelijk laten ze dan niet hun gezicht zien voor de doelgroep die zij bedienen. Die varieert van jongeren die net naar de dagbesteding kunnen tot de VSO-leerling die de Havo haalt. Sommigen stromen door naar MBO, sommigen naar het HBO en anderen komen vanuit het praktijkonderwijs op de arbeidsmarkt terecht.

Visie
Een van de eerste zaken die Lageveen oppakte is dan ook een visie ontwikkelen per uitstroomprofiel om nog beter aan werkgevers te kunnen vertellen wat deze jongeren specifiek te bieden hebben maar op hun beurt ook nodig hebben. Lageveen vertegenwoordigt de jongeren uit deze onderwijsrichtingen sinds kort ook aan de sectortafels van de arbeidsmarktregio. In uiteenlopende samenwerkingsverbanden zijn de scholen nu aanwezig en laten zij hun stem horen.

Nazorg
Bij de scholen zelf onderhoudt ze, naast de directies, regelmatig contact met de stagecoördinatoren. Daar merkt ze bijvoorbeeld hoe belangrijk nazorg is. PRO VSO scholen hebben twee jaar nazorgplicht voor jongeren die uitstromen richting arbeid. Maar elke school doet dat anders: de ene belt een keer op, de andere organiseert terugkomavonden. Structurele financiering is er niet, maar het thema staat nu wel breed op de kaart. MBO’s, gemeenten, werkgevers en PRO VSO scholen willen samen een visie en werkwijze ontwikkelen om deze nazorg en ‘warme overstap richting arbeidsmarkt’ duurzaam gestalte te geven.

In beeld
De scholen zijn er blij mee dat ze nu meer in beeld zijn en op de kaart staan. Als voordelen worden vooral het ene aanspreekpunt en de eenduidige vertegenwoordiging genoemd. ‘Nu komen we bij netwerken en kansen waar we anders niet bij hadden gezeten’, hoort Lageveen terug.

Binnenkort gaat een landelijke ‘aanjager’ aan de slag om de regionale functie van coördinator onderwijs en arbeidsmarkt overal ingevuld te krijgen. Vanuit de regio Zwolle zal Lageveen hier graag behulpzaam bij zijn. Zo kunnen ze snel opschakelen naar bovenregionale en landelijke thema’s en vice versa.

Banenafspraak
Draagt dit alles ook bij aan het welslagen van de banenafspraak? Zeker weten, antwoordt Lageveen. Zoals bekend vallen alle schoolverlaters van PRO en VSO – mits aangemeld – onder het doelgroepregister. Volgens haar zit er bij werkgevers nog veel onwetendheid over wat jongeren afkomstig van PRO en VSO scholen kunnen betekenen. Ze prijst het maatwerk dat de stagecoördinatoren van de scholen al leveren. Bij elkaar is het, aldus Lageveen, pas echt af als de banen en werkrelaties duurzamer worden. Dat wil zeggen: structureler ingebed bij werkgevers.

Lageveen: ‘De bereidheid is er wel. Het is nu de kunst nog meer verbinding te leggen. Daarbij zijn er ook tal van voorzieningen waar wij werkgevers bij kunnen helpen om die te gaan gebruiken. Maak zichtbaar wat er allemaal mogelijk is en maak het ook structureel. Want we zien nog te vaak dat een baan na een jaar ook weer stopt’, besluit Lageveen.

Tekst: Klaas Salverda