Nu de einddatum van de internetconsultatie van de Wet vereenvoudiging banenafspraak en quotumregeling arbeidsbeperkten is gesloten, kan het ministerie van SZW aan de slag met alle reacties. Er zijn dertig reacties binnengekomen die alle openbaar zijn.

De vereenvoudiging heeft als doel om het ook op de lange termijn mogelijk te maken dat er 125.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking. Werkgevers krijgen door de vereenvoudiging meer mogelijkheden om banen voor mensen met een arbeidsbeperking te realiseren.

Vanwege het Corona-virus was de reactietermijn verlengd met twee weken, tot afgelopen vrijdag 17 april 2020. De meeste reacties zijn van individuele personen en beroepskrachten. Alle reacties zijn hier te vinden. Hieronder de reacties van werkgeversorganisaties.

‘Stel uit’
VNO-NCW, MKB-Nederland en AWVN pleiten voor uitstel van de behandeling van het wetsvoorstel. Zij geven aan dat er door de Coronacrisis plotseling een andere situatie ontstaat. ‘Wat we nu zien is dat heel veel ondernemers vooral bezig zijn met hun onderneming. Veel bedrijven zijn dicht en als te zijner tijd de deuren weer opengaan, zijn de problemen voor veel werkgevers niet zomaar weer opgelost.’

VNONCW

Er is nauwelijks tijd voor extra begeleiding van werknemers die niet zelfstandig kunnen werken, aldus de werkgeversorganisaties voor het bedrijfsleven. Daarnaast zou de matching en bemiddeling van kandidaten uit de doelgroep bij de publieke kant volkomen stilliggen: ‘Gemeenten/UWV stellen momenteel geen kandidaten meer voor.’

Ook zullen tijdelijke contracten als gevolg van de crisis hoogstwaarschijnlijk MKB Nederlandgrotendeels niet verlengd kunnen worden. Dit zal duizenden plaatsingen doen eindigen, verwachten de werkgeversorganisaties.

Markt en overheid?
Over het concept-wetsvoorstel zelf schrijven ze dat hen in de eerste plaats niet duidelijk is wat de toegevoegde waarde is van het samenvoegen van de doelstellingen van de marktsector en de overheidssector: ‘Het risico bestaat dat de marktsector de achterblijvende resultaten van de overheidssector moet compenseren. De voornemens en initiatieven van de overheidssector bieden geen enkele garantie dat deze sector de achterstand op het gebied van het creëren van banen voor mensen uit de doelgroep nu wel zal realiseren.’

Volgens hen bestaat het risico dat de marktsector door het samenvoegen van quota in de toekomst met een quotumheffing wordt geconfronteerd. Daarom moeten de vorderingen van markt en overheidssector apart worden bijgehouden. Daarnaast moeten afzonderlijke overheidssectoren zelf beter gaan monitoren en dat ook rapporteren.

Verder noemen de werkgevers het bijzonder dat als zij na de activering van de quotumregeling alsnog de begoogde doelstelling realiseren, de overheid dubbel voordeel heeft: ‘Enerzijds wordt de beoogde bezuiniging alsnog gerealiseerd Anderzijds levert de inclusiviteitsheffing extra geld op.’ Ze zien dat als een verhoging van werkgeverslasten.

Impact onderzocht
Werkgeversnetwerk De Normaalste Zaak (DNZ) heeft de impact van de voorgestelde wet onderzocht in een ‘serious game’ met verschillende scenario’s. Uitkomst: Het invoeren van een opslag zal een negatief effect hebben op inclusie. De bonus van 5.000 euro, daarentegen, heeft een positief effect op de hoeveelheid werk voor de doelgroep. Die mag dan ook wel per direct worden ingevoerd. De bonus werkt zelfs nog beter wanneer de werkgever een hoger bedrag ontvangt voor iemand met lagere loonwaarde en een lager bedrag voor iemand met hogere loonwaarde.

DNZ constateert dat de timing van het hele wetsvoorstel ongelukkig is geworden: ‘De arbeidsmarkt is dramatisch veranderd ten opzichte van een aantal weken geleden. Daarom is zij voor uitstel van de wetswijziging met tenminste één jaar, om zo eerst de impact van de coronamaatregelen en wat daaruit volgt inzichtelijk te krijgen.

Inregeltijd
De Zelfstandige Publieke Werkgevers (ZPW) stellen vast dat het samengaan van markt en overheid al leidt tot meer inspanningen om extra banen te realiseren. Maar zij zien ook dat door de huidige omstandigheden als gevolg van het coronavirus de uitvoering van de banenafspraak onder enorme druk komt te staan.

Het wetsvoorstel zelf roept bij de ZPW nog veel vragen op. Daarom vragen zij om aandacht voor de uitvoering en inregeltijd. Een heikel punt is voor hen het inzichtelijk maken van de uren inkoop en detachering. ‘Waar de afspraak was dat de inkoop van diensten en detachering gaat meetellen, wordt dat met dit voorstel volledig bij werkgevers zelf neergelegd om onderling op te lossen’, aldus de ZPW. Als dat al lukt brengt dat volgens hen veel administratieve lasten met zich mee waarvoor veel overheidswerkgevers geen formatie beschikbaar hebben. Verder zou door de AVG de verdeling van de bonus in het geding kunnen komen.

Overigens pleiten alle werkgeversorganisaties voor verruiming van de doelgroep Banenafspraak.

Verbetering
De landelijke vereniging voor een inclusieve arbeidsmarkt Cedris benadrukt vooral positief te staan tegenover de vereenvoudiging van de banenafspraak en quotumregeling: ‘De voorstellen maken het voor werkgevers overzichtelijker om mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te helpen en houden. De vereenvoudiging komt tegemoet aan de lang bestaande wens van Cedris om het onderscheid tussen de sectoren weg te nemen, naast negatieve ook positieve prikkels te hanteren en sociale inkoop van diensten overzichtelijker te maken.’

Cedris vindt het een verbetering dat betrokken partijen zich er voortaan op kunnen richten dát mensen aan de slag zijn, en niet bij wie zij in dienst zijn. Positieve prikkels, zoals de voorgestelde bonus, dragen volgens haar bij aan de bereidheid van werkgevers mensen met een arbeidsbeperking duurzaam in dienst te nemen. De vereniging zou graag zien dat het loonkostenvoordeel en daarmee de bonus ook gaan gelden voor nieuw beschut werk.

Zij ziet ook dat komende jaren gaan spannen hoe de conjunctuur wordt beïnvloed door de huidige Corona-crisis. Maar in plaats van om uitstel te vragen, wil Cedris graag dat de regering de toelichting bij het wetsvoorstel op dit punt aanvult en dat zij aanvullende maatregelen neemt om te voorkomen dat mensen vanuit een werksituatie terugvallen in een uitkeringssituatie.

Geen bonus
Onder de grote inclusieve werkgevers bevindt zich een opvallende reactie van Albert Heijn, waar ruim 1.800 collega’s met een doelgroepregistratie werken. Vanuit zijn bedrijfsvoering, maar vooral de inzet en begeleiding van collega’s met extra behoeften, is het supermarktconcern blij met het feit dat het loonkostenvoordeel na volgend jaar een onbeperkt karakter krijgt. Een bonus voor bovengemiddelde prestaties hoeft van deze grootschalige werkgever niet: ‘Een goede werkgever biedt perspectief, een leeromgeving en het gevoel erbij te horen. Onze motivatie ligt niet in het voorkomen van boetes of het verdienen van bonussen.’

Het toetreden van nieuwe inclusieve werkgevers juicht Albert Heijn toe. Maar de nieuwe regeling gaat volgens haar ertoe leiden dat er tussen werkgevers meer concurrentie komt op kwantiteit in plaats van kwaliteit. Zelf noemt Albert Heijn dat het vorig jaar nog 348 onvervulde vacatures voor doelgroepers banenafspraak hield. Daarom vraagt het concern vooral om verbetering van dienstverlening aan werkgevers – en ook om uitbreiding van de doelgroep.

Tekst: Klaas Salverda