‘Wat was 2019 een mooi jaar voor het netwerk Participatiewet van het UMC Utrecht! En dan gaan we vanaf 1 januari 2020 ook nog samenwerken met het netwerk van de Universiteit Utrecht’, lazen we op LinkedIn. Met daaronder een hele trits enthousiaste reacties. Dat maakt nieuwsgierig.

Auteur Eveline Slappendel, die zelf ook onder de Participatiewet valt, is secretarieel assistent bij de directie P&O van het UMC Utrecht. Daarnaast is zij mede-oprichter en lid van het projectteam achter het netwerk Participatiewet binnen het UMC. De medewerkers hebben het netwerk zelf in 2016 opgezet.

Eveline: ‘Je werkt hier bij een enorm grote organisatie. Dan is het best lastig om elkaar te kunnen vinden. En voor een aantal participanten is er ook wel een drempel om aan te sluiten bij reguliere bijeenkomsten die het UMC Utrecht houdt. Daarom organiseren we zelf laagdrempelige activiteiten op om elkaar te kunnen vinden, ervaring uit te wisselen en elkaar te informeren en te ontmoeten.’

De praktijk wijst uit dat de participanten net zo verschillend zijn als welke andere medewerker dan ook. Dus wil de een helemaal niet geconfronteerd worden met een netwerk met mensen met uiteenlopende beperkingen, terwijl de ander juist behoefte heeft aan contact met deze groep collega’s.

Doelgroepvinkje
De mensen die het UMC Utrecht op dit vlak werft, komen allemaal via het doelgroepregister binnen. Op dit moment zijn er rond de 66 medewerkers met een registratie in het doelgroepregister. Ze worden zo breed als de organisatie is voor de meest uiteenlopende werkzaamheden ingezet. In reguliere functies of soms op een speciaal gecreëerde functie. Tot op hoog niveau.

Een beetje netwerkactiviteit trekt al gauw enkele tientallen participatiemedewerkers. Een picknick in de botanische tuin van de Universiteit Utrecht, buiten het academisch ziekenhuis, sloeg heel goed aan. Net zoals lunchbijeenkomsten met een informatieve spreker.

Het UMC Utrecht faciliteert het netwerk van harte. Met bijvoorbeeld een eigen intranetnetpagina, flyers en het ontwerp van een eigen beeldmerk. Maar ook met persoonlijke betrokkenheid tot op het niveau van de Raad van Bestuur: voorzitter Margriet Schneider is zelfs ambassadeur van het netwerk. Want de participatiemedewerkers mogen gezien worden. Binnen het UMC Utrecht als inclusieve organisatie. En ook daarbuiten.

UMC en Universiteit
Vanaf dit jaar staat meer samenwerking met een soortgelijk netwerk aan de Universiteit Utrecht op stapel. Dankzij een stimuleringsfonds van de universiteit is er zelfs al geld om gezamenlijk activiteiten te organiseren. Zo komt een uitwisseling tussen beide organisaties op gang met als eerste doel medewerkers te laten voelen dat ze niet alleen staan. Eveline’s ideaal is om uiteindelijk het hele Science Park van Utrecht bij het netwerk te betrekken. Want daar zitten allerlei bedrijven die participatiemedewerkers moeten aanstellen en er wérken ook al heel wat bijzondere medewerkers.

Of groter beter is? Eveline benadrukt dat de eigen UMC Utrecht activiteiten intussen ook doorgaan. ‘Maar in een groot netwerk kom je nog meer diversiteit en soms zelfs individuele gelijkheid tegen van mensen met een arbeidsbeperking. Dat kan ook waardevolle connecties opleveren.’

Eveline lacht uitbundig als we haar voorleggen dat zij eigenlijk een werkgeversverantwoordelijkheid invult. Ze vindt het belangrijk om het UMC als goede werkgever neer te zetten. Maar ook om binnen de organisatie mensen bij elkaar te brengen: ‘Want je voelt je soms toch ook wel alleen staan omdat je anders bent. Dan helpt het om daar met elkaar over te praten en dat je samen naar oplossingen kunt zoeken.’

Duurzame banen
Dergelijke netwerken vormen een waardevol klankbord voor P&O-afdelingen en organisaties die volledig inclusief willen worden. Leidinggevenden die ervoor moeten zorgen dat er meer mensen uit de Participatiewet worden aangesteld, zien in de concrete ontmoetingen ook wat voor prachtige medewerkers het zijn. Als ze eenmaal met hen werken merken ze ook dat het op de werkvloer, met alle begeleiding en met het ziekteverzuim, toch allemaal wel meevalt. Waarna meer duurzame banen zich bijna vanzelf aandienen.

Klaas Salverda