Na de Tweede Kamer is nu ook de senaat akkoord met het wetsvoorstel ‘Verdere activering jonggehandicapten en harmonisatie Wajongregimes’. De Eerste Kamer debatteerde vorige week met staatssecretaris Van Ark van SZW over de wetswijziging die ook een link kent met de banenafspraak en het breed offensief.

Het wetsvoorstel wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en enkele andere wetten in verband met ‘verdere activering van de participatie van jonggehandicapten’ en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong. In dit voorstel zijn maatregelen uitgewerkt die ervoor zorgen dat meer werken loont, dat Wajongers altijd terug kunnen vallen op de Wajong en dat Wajongers hun uitkering behouden als zij onderwijs volgen.

De meeste senatoren die vorige week aan het woord kwamen, staan positief ten opzichte van de harmonisatie van de huidige drie Wajongregelingen tot één nieuwe. Het oude systeem was duidelijk veel te ingewikkeld. Wel vroegen meerdere Kamerleden de garantie van de staatssecretaris dat geen enkele Wajonger er op achteruit zal gaan na harmonisatie.

Gebalanceerd
Volgens berichten, waaronder in Trouw, gaan met de nieuwe Wajongwet hogeropgeleide Wajongers er flink op achteruit. Maar volgens staatssecretaris is er met haar wetsvoorstel altijd sprake van een toename van het inkomen als de Wajonger (meer) gaat werken. Zij noemde het wetsvoorstel juist ‘gebalanceerd’. Van Ark benadrukt ook steeds dat het geen bezuiniging is.

Nu de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer voor 1 juni is afgerond, kan het grootste deel van het wetsvoorstel ingevoerd worden per 1 januari 2021. Studeren in de Wajong2010 en Wajong2015 heeft vanaf 1 september geen gevolgen meer voor de hoogte van de uitkering en het recht op de uitkering.

 

Breed offensief en banenafspraak
Op dit moment vallen 245.000 mensen met een arbeidsbeperking onder een van de Wajong-regelingen. Van hen hebben 114.000 arbeidsvermogen. Van die 114.000 mensen met arbeidsvermogen zijn er ruim 60.000 aan het werk.

Het ‘bredere plaatje’ waarbinnen de wetswijziging wordt behandeld is, aldus staatssecretaris Van Ark, het breed offensief: bedoeld om de positie van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt te verstevigen. Ook in de Participatiewet ‘knellen de regels best wel voor de mensen die geen keuze hebben’, aldus Van Ark. Deze twee wetten kunnen volgens haar niet los gezien worden van wat daar nog omheen zit. Zij doelde daarmee onder meer op de banenafspraak en het beschut werk, dat sinds kort een beetje op stoom begint te komen.

Het wetsvoorstel over het breed offensief is op 13 februari ingediend bij de Tweede Kamer. Die heeft besloten dat na de zomer te willen behandelen.

Moties
De Eerste Kamer nam in het Wajongdebat de volgende moties aan:

  • verzoek van senator Van Pareren (FVD) aan de regering om de Wajongers die achteruitgaan in hun inkomen door de harmonisering te compenseren.
  • verzoek van senator Ester (ChristenUnie) aan de regering met een creatieve oplossing te komen zodat Wajongers bij de ingang van het komende studiejaar 2020-2021 kunnen beschikken over de nieuwe studieregeling.
  • verzoek van senator Ester aan de regering met ingang van 1 juli 2021 jaarlijks over de bevindingen te rapporteren en op basis daarvan mogelijke verbeteringen van het Wajong-beleid te presenteren en over de invoering daarvan met de Kamer te overleggen.
  • verzoek van senator Stienen (D66) aan de regering om de Kamer nog deze zomer te informeren over hoe zij zich in 2021 gaat inzetten om de crisisbestendigheid van de garantieregeling te versterken en indien nodig haar discretionaire bevoegdheid in te zetten om de duur van de garantieregeling tijdelijk te verlengen.
  • verzoek van senator Schalk (SGP) aan de regering in de spoedwetgeving tijdelijke maatregelen te treffen waardoor de garantietermijn voor Wajongers tijdelijk wordt verlengd tot twee jaar zolang de coronacrisis voor deze doelgroep doorwerkt op economie en arbeidsmarkt.

tekst: Klaas Salverda