Het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking naar werk levert maatschappelijk veel op. Als iemand met een arbeidsbeperking een baan krijgt, heeft dat niet alleen voordelen voor de persoon zelf maar ook voor de samenleving. Mensen met een arbeidsbeperking doen minder vaak een beroep op geestelijke gezondheidszorg en Wmo-ondersteuning als ze werk hebben. Ook daalt het risico op crimineel gedrag.

Dit blijkt uit het onderzoek ‘De brede baten van werk’ van het Centraal Planbureau en het Sociaal en Cultureel Planbureau. De voordelen komen bovenop de maatschappelijke besparingen op uitkeringen en de immateriële voordelen van werk voor mensen zelf, zoals zelfrespect en algeheel welbevinden.

Wsw-doelgroep
Het rapport concentreert zich op de voormalige Wsw-doelgroep. In het verleden werkten deze mensen vaak in een sociale werkplaats. De eindevaluatie Participatiewet van het SCP laat zien dat de baankansen voor mensen met een arbeidsbeperking, die voorheen in de sociale werkvoorziening terechtkwamen, flink gedaald zijn na invoering van de Participatiewet. In deze nieuwe studie schatten de onderzoekers de gevolgen van het al dan niet hebben van een baan voor deze groep.

Uit de analyse blijkt dat het hebben van een baan de kans op het gebruik van geestelijke gezondheidszorg (ggz) of Wmo-ondersteuning verkleint met respectievelijk 7%-punt en 9%-punt. Verder daalt de kans op crimineel gedrag met ruim 3%-punt. De onderzoekers zien dit als substantiële effecten.

Bredere baten
Een grove schatting van de maatschappelijke besparingen van werk voor mensen uit de voormalige Wsw-doelgroep bedraagt – in geld uitgedrukt – 5000 euro per jaar. Deze besparingen komen bovenop de directe besparingen op bijvoorbeeld de bijstandsuitkering. De geschatte bredere baten vormen naar verwachting een ondergrens voor de werkelijke maatschappelijke opbrengsten, omdat een deel van de baten immaterieel is. Dan gaat het bijvoorbeeld om sociale contacten en netwerken die mensen opdoen met en via werk en het levensgeluk dat werk oplevert – onder meer door het zelfrespect dat samengaat met het hebben van werk en de financiële mogelijkheden die het biedt.

Banenafspraak
Geen onderdeel van de Participatiewet, maar daar wel nauw mee verbonden, is de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten, die op 1 mei 2015 in werking is getreden. Sociale partners en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben toen afgesproken dat in de eerste jaren Wsw’ers (en ook Wajongers) die op de wachtlijst staan, als eersten voor de extra banen in aanmerking komen.

Bij een financiering die (deels) afhangt van het aantal arbeidsbeperkten dat een baan vindt, wordt het, aldus de onderzoekers, voor gemeenten financieel aantrekkelijker om meer arbeidsbeperkten aan een baan te helpen.

De jongste publicatie verschijnt tijdens de coronacrisis, maar is uiteraard eerder geschreven. Door de snelle en onvoorspelbare ontwikkelingen kunnen de resultaten en aanbevelingen wellicht in een ander daglicht komen te staan, merken de onderzoekers hierover op.

Het volledige rapport vindt u hier

Klaas Salverda