‘Positieve verplichting’ voor werkgevers bij werving en selectie

Vlak voor het aantreden van de nieuwe Eerste Kamer heeft de grootste zittende fractie de VVD kritische vragen over het wetsvoorstel ‘gelijke kansen bij werving en selectie’ van nieuw personeel.

Dat voorstel wacht nog op behandeling in de Eerste Kamer. Minister Karien van Gennip van SZW heeft net de memorie van antwoord gestuurd. De regering wil onder meer de ARBO-wet wijzigen om te onderstrepen dat bij werving en selectie geen discriminatie mag plaatsvinden. Mensen met een migratieachtergrond, ouderen en mensen met een handicap ervaren wel discriminatie op de arbeidsmarkt.

De Inspectie SZW krijgt de bevoegdheid om ‘toe te zien op de aanwezigheid en toepassing van een wervings- en selectiebeleid van werkgevers met doeltreffende maatregelen om discriminatie te voorkomen en gelijke kansen te creëren’. Zij zal ook sancties kunnen opleggen als een werkgever in gebreke blijft.

Positieve verplichting
De VVD-fractie vraagt zich eerst af wat de wettelijke verplichting van het ‘kunnen laten zien van ‘een werkwijze voor werving en selectie ter voorkoming van discriminatie’ toevoegt aan artikel 1 van de Grondwet. Volgens de regering is sprake van een belangrijke toevoeging. De huidige wetgeving geeft vooral mogelijkheid om achteraf te corrigeren. Het voorliggende wetsvoorstel draagt bij aan de preventie van discriminatie en de bevordering van gelijke kansen. Dat gebeurt met een ‘positieve verplichting, iets dat werkgevers actief wél moeten doen’.

Rechten en rechter
De senatoren van de VVD vragen ook of het voor de Nederlandse Arbeidsinspectie niet moeilijker wordt te bewijzen is dat sprake is van discriminatie, als wel aan de administratieve voorwaarden van het in bezit hebben van een werkwijze voor werving en selectie is voldaan. Volgens de regering is het niet de bedoeling dat de Arbeidsinspectie uitspraken doet over individuele gevallen van discriminatie. Zij zal in haar toezicht wel onderzoeken in hoeverre aan de verplichtingen rond het hebben van een werkwijze is voldaan. Wie het vermoeden heeft dat sprake is van ongelijke kansen en discriminatie, kan hierover een oordeel vragen bij het College voor de Rechten van de Mens of naar de rechter stappen.

‘Handhaving van arbeidsmarktdiscriminatie is een nieuw thema’

Tenslotte vraagt de VVD welke parallellen de regering trekt tussen de toeslagenwetgeving en de voorliggende anti-arbeidsdiscriminatiewetgeving. Ga je uit van wantrouwen of van vertrouwen? De regering ziet die veronderstelde parallel niet. Beboeting door de Arbeidsinspectie zal niet direct plaatsvinden. Mocht een werkgever of intermediair zich niet aan de wet houden, dan volgt altijd eerst een eis tot naleving.

Stevige handhaving
D66 constateert in haar inbreng vooral dat ondanks goede bedoelingen van wetgever en werkgevers er op allerlei plekken in onze samenleving nog steeds discriminatie plaatsvindt. Daarom onderschrijft zij het belang van deze aanpak van arbeidsdiscriminatie met een stevige handhavende rol voor de Nederlandse Arbeidsinspectie.

De leden van de SGP vragen hoe de wetgever de voorliggende wet denkt te gaan handhaven. Handhaving van arbeidsmarktdiscriminatie is een nieuw thema, antwoordt de regering. Zowel voor de Arbeidsinspectie als voor werkgevers die over een werkwijze moeten beschikken. Beide kanten zijn bezig met het opbouwen van expertise, die in de praktijk verder wordt ontwikkeld. De eerste tijd zal de Arbeidsinspectie een rol hebben in de bewustwording bij werkgevers over de verplichtingen. Daarna komt er een verdergaande en meer effectieve handhaving.

Het uitvoeren van de wet wordt in de ogen van de regering absoluut geen papieren aangelegenheid. Samengevat: ‘De verplichtingen reiken beduidend verder dan alleen het vastleggen van een werkwijze op schrift. Het moet ook worden toegepast’.

Tekst: Klaas Salverda

Door |2023-05-30T12:37:25+02:0012 mei 2023|Nieuws|0 Reacties

Over de auteur: