Het nakomen van de Banenafspraak blijft mensenwerk. Houd daar als besturen aandacht voor. Het gaat niet om excelsheets waar je getallen in klopt. Het zijn allemaal kansen en plekken die je aan mensen biedt.

Zo luidt de kernboodschap van ‘handelsreiziger’ Manita Koop richting alle zelfstandige publieke werkgevers die zij als het bestuurlijke boegbeeld voor de Banenafspraak opzoekt om hen te betrekken bij een arbeidsmarkt die meer openstaat voor mensen met een arbeidsbeperking. In al hun sectoren, van het basisonderwijs en de waterschappen tot en met universitair medisch centra, werken dagelijks 720.000 mensen. Waarom zou er tussen en naast hen niet meer ruimte zijn voor reguliere banen die door collega’s met een arbeidsbeperking worden ingenomen?

Natuurinclusiviteit
Het lijkt een bijzondere combinatie. Vanuit het Hoogheemraadschap van Delfland houdt heemraad Manita Koop zich vooral bezig met onze leefomgeving in relatie tot water. Dat wil zeggen: met waterveiligheid en -kwaliteit, droge voeten en het voorkomen van wateroverlast. Met de stijgende zeespiegel en – dichtbij – overtollig regenwater en tegels eruit. Natuurinclusiviteit, zou je bij elkaar kunnen zeggen.

Haar vrijwillige nevenfunctie hangt ook aan elkaar van natuurlijke inclusie. Naast heemraad is Koop vanuit de Vereniging Werken voor Waterschappen (VWvW) namens de Zelfstandige Publieke Werkgevers (ZPW) het bestuurlijke boegbeeld voor de Banenafspraak. ‘Weet je wat het is?’, zei Manita Koop vorig jaar in een dubbelinterview met het andere boegbeeld Aart van der Gaag: ‘Werken met een arbeidsbeperking is zo dichtbij. Iedereen kan een ongeluk krijgen. Iedereen kent wel mensen met een beperking. We hebben het over je buurman, je nichtje of een oud klasgenoot.’

Handelsreiziger
Ze vat haar rol als ZPW-bestuurder met de Banenafspraak in haar portefeuille op als die van een handelsreiziger. Steeds bezig om het onderwerp onder de aandacht te brengen en te zoeken naar manieren om partijen te betrekken bij inclusie op de arbeidsmarkt. Zo heeft Koop na de jongste rapportages van de publieke sectoren een ronde gemaakt langs de zelfstandige publieke werkgevers.

Wat ze zich daarbij voornam? ‘Ik dacht het commitment wat op te schudden en ik wilde zien wat hun goede voorbeelden zijn en waar werkgevers nog tegenaanlopen.’ Haar conclusie nu ze de meeste heeft gehad? ‘Aan commitment ontbreekt het niet. Er is niemand die twijfelt aan de doelstelling van de Banenafspraak. Corona leidde in onze sectoren tot een grote belemmering in de uitvoering. Dat heeft de realisatie geen goed gedaan. En wat me ook opvalt: het is ronduit lastig om mensen met een arbeidsbeperking in het primaire proces geplaatst te krijgen. Voor de meeste functies moeten onze medewerkers diploma’s en BIG-registraties hebben. Vandaar dat het in de ene sector beter lukt dan in de andere.’

Sociale agenda
Koop zag ook bevestigd dat veel publieke werkgevers facilitaire diensten inkopen. Mensen met een doelgroepindicatie tellen dáár mee voor de Banenafspraak. Toch zeggen de achterblijvende prestatiecijfers van met name onderwijsinstellingen haar dat er voortdurend aandacht voor het onderwerp moet blijven. Van besturen, hr-afdelingen en directies, wel te verstaan. En betrek ook de ondernemingsraden, zegt ze erbij: ‘Die hebben een belangrijke rol voor de sociale agenda in organisaties. Hun doel is mede op te komen voor collega’s en toekomstige collega’s. En het helpt altijd als het in verslagen staat. Dan wordt er de volgende keer weer naar gevraagd en neemt het belang van monitoring vanzelf toe.’

Werk maken
Iedere publieke sector moet letterlijk werk maken van de eigen Werkagenda, vindt Koop. Al begrijpt ze ook heel goed dat met name scholen, en zeker die in het basisonderwijs, al heel veel op hun bordje hebben. ‘Daarom wil ik ál hun ervaringen bundelen in het lijstje uitkomsten van de ronde langs al die werkgevers. Nogmaals, aan motivatie ontbreekt het hen niet. Onderwijsinstellingen hebben een deel van de doelgroep in de toekomst zelf over de vloer. Ze kennen de mensen om wie het gaat heel persoonlijk.’

‘… Sectoren die ver achterblijven vinden het al ongemakkelijk genoeg om elk jaar weer de doelstelling niet te halen…’

Handelingsperspectief
Sanctieinstrumenten heeft ze – als ‘collega’ uit een andere sector – niet. En met de vuist op tafel slaan doet ze niet: ‘We rammelen met melkbussen om aandacht te vragen’. Volgens haar is er ook geen sanctie nodig want sectoren die duidelijk ver achterblijven vinden het al ongemakkelijk genoeg om elk jaar weer de doelstelling niet te halen. Koop merkt ook wel dat bestuurders zich hiervoor generen. ‘Maar soms ontbreekt het hen eenvoudig aan handelingsperspectief’.

Wat nog nodig?
Wat is er beslist nodig voor het einde van de opbouwfase van de Banenafspraak in de publieke sectoren, komende 1 januari? Drie dingen, stelt Manita Koop: Verbeter de monitoring van de prestaties in de sectoren. Voor het onderwijs hoort er zelfs enig budget bij. En verleng de opbouwperiode door die tenminste gelijk te trekken met de tijd die het bedrijfsleven heeft. Want corona heeft niet geholpen.

Daarnaast is ze er helemaal voor dat overheid en markt nu samen voor het totaal van 125.000 banen gaan. Zodat er ook geen discussie meer is over de toewijzing van banen die zichtbaar worden gerealiseerd.

Toch nog even die vraag: waarom lukt het de marktsector zo’n stuk makkelijker dan overheid en onderwijs? Koop: ‘Die kan er toch flexibeler op inspringen. Het gaat in de markt makkelijker om dingen te regelen. De baas bepaalt zelf wat hij doet of laat. Overheden zijn meer aan regels en verantwoording gebonden. Voordat je het weet ben je maanden verder…’

Tekst: Klaas Salverda